Met dank aan Martin van Aseldonk, ‘De oliemolen bij het Ketelwiel’.
De Wielse hoef was in de zestiende eeuw een van de bezittingen van de familie Zuermonts. Aan het einde van de zeventien de eeuw werd de hoeve gepacht door Peter Hendrick Willem Aerts. Hij kocht de hoeve in 1684 (1/3 deel), 1702 (1/2 deel) en 1705 (1/6 deel) van de rechtsvolgers van Joncker Rogier van Broeckhoven. Peter werd ook “van de Wiel” genoemd. Kennelijk ontleende (deze tak van) de familie Van de Wiel haar naam aan de Wielse Hoef. De hoeve was op haar beurt weer genoemd naar het Ketelwiel, een ven dat minstens vanaf de eerste helft van de zeventiende eeuw bij de Wielse hoef hoorde.
Jan Suermonts trouwde Mechtelt, dochter van Maes Tempelers. Deze Mechtelt stamt uit een familie Tempelers, afkomstig uit Aarle. De naam zou ontleend zijn aan de bezitting van de Tempelieren in Aarle-Rixtel. Aangenomen wordt, dat de stamvaders van dit geslacht pachters waren van de in Aarle gelegen Tempeliershoeve. Jan Suermonts en Mechtelt Tempelers worden genoemd in 1493 (Rechterlijk Archief Helmond, inv. nr. 227, fol. 127, akte 435.)
Jasper, zoon van Jan Suermonts, verwierf in 1524-1542 een deel van de Wielse Hoef van Henrick Daniel Deliss en een ander deel van zijn vader Jan, zoon van Wilhelmus Aelbertus Zuermont. Deze Jan liet volgens de cijnsboeken van Helmond behalve 7 kinderen een weduwe na met de naam Bartholomea. Hij zou eerder getrouwd kunnen zijn geweest met Mechtelt Tempeler, maar dat is onzeker en vooralsnog niet bewezen. Als het om dezelfde Jan Surmonts gaat, dan kan een deel van de Wielse Hoef in de vijftiende eeuw in handen geweest zijn geweest vanhet geslacht Tempeler. In de volksoverlevering kan in 1806 nog – niet helemaal correct – verhaald zijn geweest dat de hoeve van de Tempeliers geweest is.
De Tempeliers
De kaart van Hendrik Verhees heeft Verhees bij de Ketelwiel het woord ‘Tempeliers’ geschreven. Dat is een intrigrerend opschrift, want van bezit van Tempeliers in Veghel is niets bekend. A. Frenken schrijft in Brabants Heem 1965, blz. 149 over de Tempeliers o.a. dat deze de stichtingsdatum van deze ridderorde gewoonlijk op 1188 gesteld wordt, en dat de orde der Temeliers in 1312 weer werd opgeheven. De Tempeliers hadden huizen en bezittingen onder andere te Alphen, Aarle-Rixtel, Heusden, Middelburg, Zierikzee, Haarlem, Beverwijk en op Textel.
Zeker heeft Hendrik Verhees toen hij de kaart in 1806 tekende een bedoeling gehad toen hij het woord “Tempeliers” op de kaart schreef. Het is een interessante vraag over welke bronnen H. Verhees in 1806 beschikte. In de geschreven bronnen is tot dusver geen enkele aanwijzing gevonden voor bezit van deze ridderorde in Veghel. Het kan daarom goed om volksoverlevering gaan, mogelijk in leven gehouden door de aanwezigheid van oude fundamenten in de bodem (zie hieronder).
Op de rechtse kaart is de plaats van de woorden ‘Ketelwiel’ en ‘Tempeliers’ op de kaart van Verhees geprojecteerd op een moderne kaart. De fundamenten kunnen ook ten ziud-oosten van de blauwe stio gezocht worden, bijvoorbeeld bij het voormalige Ketelwiel ten zuid-westen van de Merwedelaan.
Voor meer info zie de website www.oudzijtaart.nl