1896 Maurits Willem Tempelaar

Trouwde bij volmacht, in 1929
Maurits Willem Tempelaar, geboren op 5 januari 1896 in Dubbeldam, was het negende kind van Cornelis Tempelaar en Johanna Christina Vos. Hij trouwde in 1929 met de handschoen, (Een gezant werd gestuurd naar de toekomstige bruid en hij vertegenwoordigde via de handschoen de bruidegom in spe.) 33 jaar oud, op 12 juni 1929 in Bendoredjo op Java met de op dat moment in Dordrecht aanwezige Cornelia de ROOIJ, 30 jaar oud en eveneens in Dubbeldam geboren in 1899, dochter van Bastiaan de Rooij en Huibertje Schipper.

Getuigen in Dordrecht waren de zuster van de bruidegom Jacoba Tempelaar, 44 jaar, oud zonder beroep uit ’s Gravendeel en de zuster van de echtgenote Maria de Rooij, 38 jaar oud, verpleegster uit Poortugaal. (Bron: trouwakte archief gemeente Dordrecht).

Cornelia reisde per trein in drie dagen naar Genua in Italië, een week korter dan varen om Spanje heen, en vandaar per schip van de Stoomvaart Maatschappij Nederland naar het toenmalige Batavia op Java.

Boottrein
In 1926 begon de boottrein te rijden via Keulen en Bazel,voor die tijd was men op de normale dienstregeling aangewezen die tot 1940 passagiers voor ‘Nederland’ vervoerde.

Van Zee naar Zee
In Genua ging men aan boord en werd de reis vervolgd via de Tyrreense Zee, tussen Sicille en het vasteland van Italië door, de Middellandse Zee, door het Suezkanaal, de Rode Zee, Golf van Aden, Arabische Zee, Celylon ofwel het huidige Sri Lanka naar Batavia, thans de hoofdstad Jakarta van Java. Onderweg werd gebunkerd in Port Said, Aden, Colombo en Sabang. Een bootreis van ca 6000 mijl ofwel 11.000 km.

Suezkanaal
Hoewel de post- of mailboot naar Java voorrang had, met de blauwe postvlag met een witte ‘P’, moest men soms wachten op de tegenliggers. Het sein van doorvaren werd gegeven door twee van de vier zwarte ballen in de seinpaal naar beneden te halen. Onderweg passeert de boot de karavanen-weg bij El Kantara ofwel de ‘brug’ tussen Afrika en Azië waar het ‘schip der woestijn’ moet wachten op het zeeschip. Daarna konden karavaanreizigers met hun kamelen en goederen het kanaal oversteken met de veerpont. Door het Suezkanaal varen was niet altijd even ontspannend, naast de hitte van 40 graden in bepaalde maanden waren er ook de zandstormen, het zand kwam zelfs tussen de patrijspoorten door. Even voor Suez ligt de ‘Oude bedevaartgangersweg’ naar Mekka en stomen daarna de Golf van Suez op.

Suikertechnicus
Maurits Willem was opgeleid als suikertechnicus aan de toenmalige MTS in Dordrecht. Hij werkte voor de Handelsvereeniging “Amsterdam” (H.V.A) in diverse suikerfabrieken van de 36 bedrijven in Nederlands-Indië met 170.000 arbeiders, o.a. in Bendoredjo (nu in Kediri), in, in Djatiroto als bedrijfsleider en als laatste in Koenir bij Blitar op Oost-Java als administrateur, verantwoordelijk voor de hele onderneming bestaande uit de fabriek, plantage, wateren voor de bevloeiing, spoorweg voor her vervoer van het riet en het personeel.
(nu: Bendoredjo (nu in Kediri), Turen, Jatiroto en resp. Kunir (bij Blitar).

Nageslacht
Uit het huwelijk Maurits Willem Tempelaar en Cornelia de Rooij zijn twee kinderen geboren op Java. Hubertine (Tineke) Johanna Tempelaar geboren op 18-06-1935 in Pare en Johan Cornelis (Kees) Tempelaar geboren op 01-10-1939 in Djatiroto.
Cornelia, Tineke en Kees hebben gevangen gezeten in het kamp Banjoebiroe 10 op midden-Java.
Hubertine trouwde, 23 jaar oud, op 31-05-1958 in Dordrecht met Hendrik (Henk) Arie van Randwijk, 25 jaar oud. Hij is geboren op 06-12-1932 in Dordrecht.

Tweede wereldoorlog
Op 1 maart 1942 landden de Japanners op Java. Op 5 maart 1942 trokken de Japanners de hoofdstad Batavia binnen. De Nederlandse strijdkrachten gaven zich op 8 maart 1942 over en werd Nederlands-Indië geheel onder Japans militair bestuur geplaatst. Japan had in drie maanden met minimale verliezen geheel Oost-Azië, met bijna 200 miljoen inwoners, veroverd.
In het begin van de bezetting moest Maurits doorgaan met zijn werkzaamheden als suikertechnicus bij de Japanse opvolger en vervolgens inwerken. De maanden van overname werden als zenuwslopende maanden ervaren waarbij geen enkele fout gemaakt mocht worden. Dit was dan ook de reden dat het gezin later in september 1943 werd geïnterneerd. Maurits ging direct naar naar de Kempeitai (militaire politie) waarschijnlijk in Malang, een bergplaats die vrij hoog ligt met koude nachten, martelmethodes werden daar toegepast. Gedurende vijf maanden verbleef Maurits en daarna in de gevangenis van Kediri. In juni 1944, met 11 andere collega-administarteurs, in een slechte conditie, gingen ze geboeid naar de krijgsraad in Batavia. Ze werden beschuldigd van het hebben van radio en wapens. In augustus was er een zware dysenterie epidemie in Batavia, in het ziekenhuis van de Tjipinang gevangenis stierven vier van de groep. In oktober volgde de veroordeling en in november werden de andere acht, wrakken, naar de Soekamiskin gevangenis in Bandoeng overgebracht. Slechts één overleefde
Maurits Willem overleed tegen het einde van de bezetting, op 30 januari 1945, 49 jaar oud, te Badoeng, in de Soekamiskin gevangenis en werd als oorlogsslachtoffer met de vermelding LS.SLD.KNIL begraven op het Ereveld Pandu in Bandung

Soekamiskin gevangenis
De gevangenis Soekamiskin te Bandoeng was tot eind november 1942 een cellulaire gevangenis, daarna kreeg de gevangenis het karakter van een kamp en kregen de gevangenen wat meer vrijheid (Gentvoort).
In de eerste weken van de Japanse bezetting werden in de Soekamiskin gevangenis ‘prominenten’ van het Binnenlands Bestuur en hun medewerkers geïnterneerd. Onder hen waren begin april ook de gouverneur-generaal en zijn staf, voordat zij naar Batavia werden overgebracht. Tussen augustus 1943 en maart 1944 werden deze geïnterneerden in kleine groepen over ver uit elkaar liggende kampen verspreid.
Daarnaast was Soekamiskin in gebruik als gevangenis voor politieke gevangenen, onder meer de Indo-Europese jongens die in de eerste maanden van 1945 bij razzia’s in Bandoeng werden opgepakt en later in meerderheid naar de Glodok gevangenis werden overgebracht. Onder de politieke gevangen en onder de ‘gewone’ gedetineerden vielen vele doden, het regime van politie-inspecteur Minami was bijzonder hard.

Oorlogsslachtoffer
Maurits Willem Tempelaar 1896-1945
Is 49 jaar geworden
Geboren op 5 januari 1896 te Dubbeldam
Overleden op 30 januari 1945 te Bandoeng, Soekamiskin gevangenis
Beroep Adm.
De Oorlogsgravenstichting registreert in haar bestanden zowel ‘oorlogsslachtoffers’ als ‘slachtoffers van de oorlog’.

Nederlands ereveld Pandu te Bandung
Ereveld Pandu ligt in Bandung. Op dit ereveld rusten militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL), die omkwamen in de strijd tegen de Japanners, maar ook vele burgers uit de interneringskampen in en rond Bandung. Ook in de onrustige tijd na de capitulatie van Japan in 1945 waren vele slachtoffers te betreuren, burgers zowel als militairen waaronder velen van de Koninklijke Landmacht. Zij waren als oorlogsvrijwilliger of als dienstplichtige uitgezonden om orde en rust te brengen. Op het hoogste punt van het ereveld Pandu staat het vlaggenmonument met in de voet de namen van de plaatsen waar slag is geleverd. Rond dit monument bevinden zich gedenkplaten met de namen van de gesneuvelden van de Ciater- en Subangstellingen, de laatste verdedigingslinies voor Bandung. Tevens staan hier het KNIL-monument en de tombe voor de ‘onbekende soldaat’ en voor de ‘onbekende burger’. Ereveld Pandu telt ruim 4.000 graven.

Tot Slot
Met dank voor opmerkingen en aanvullingen van Hubertina Johanna (Tineke) Tempelaar en Hendrik Arie van Randwijk.
Maurits Willem Tempelaar, is een ver familielid van mij ofwel onze gemeenschappelijke voorvader Simon Tempelaar is geboren op 19 oktober 1608, ruim 400 jaar geleden.

Bronnen:
https://oorlogsgravenstichting.nl/
Film Nederlands ereveld Pandu
Informatiefolder ereveld Pandu
https://indisch4ever.nu/
http://www.japanseburgerkampen.nl/Soekamiskin.htm
https://www.indischekamparchieven.nl/