1641 – 1667 Rentmeester van de Geestelijke goederen

Rentmeesters over het Kwartieren van Kempenland

1600 Rogier van Broekhoven

1609 – 1617 Aart van den Hove
Heet ontvanger-generaal in inv.nr 57 en wordt ook in de bijlagen tot de rekening vaker ontvanger dan rentmeester genoemd. De inventaris van 1636 (inv.nr 176) noemt men hem, echter zonder kwalificatie, reeds rekeningen van 1598 af.

1633 – 1635 Willem van den Broeck de oude,
De inventaris van 1636 geeft een serie rekeningen van hem van 1616 af zonder zijn functie te noemen; in de rekeningen van de schout Prouveur wordt hij steeds stadhouder genoemd, ook al trad hij op als rentmeester.

1636 – 1640 Willem van den Broeck de jonge

1641 – 1642 Guillam Bertrams
Met de opdracht van het rentmeesterschap aan Guillam Bertrams geerde het kwartier de aanstelling van Tempelaer door de Staten-Generaal als zodanig in 1641. Wellicht is er geen eigenlijke benoeming geweest; de aanvang van zijn bediening is namelijk een twistpunt tussen zijn erfgenamen en het kwartier (inv.nr 172), dat dan ook in één stuk (23 mei 1653) spreekt van hem als “mede bediende het rentmeesterschap”.

1641 – 1667 Abraham Tempelaers
Merkwaardig is, dat in een lijst van de rekeningen van Tempelaer (in inv.nr 173) gezegd wordt, dat zijn eerste rekening begint 6 april 1637, ondanks het feit, dat het kwartier toen een ander tot rentmeester had en zijn commissie van de Staten-Generaal eerst van 9 februari 1641 is (Beerman a.w. blz. 84).Zelfs wordt in een lijst van 1658 van posten, welke Eindhoven nog over 1636-1640 moet betalen (inv.nr 170), gesproken van omslagen van de rentmeester Tempelaer in 1636, doch daar het hier alleen het klein zegel betrof, is het niet onmogelijk, dat hij die uit andere hoofde heeft gedaan en hier slechts met zijn titel van 1658 wordt benoemd

1667 – 1671 Anthonie Tempelaer

1667 – 1671 Johan Smits

1671 – 1681 P. de Louwe waarnemend

1682 Melchior Doncquers,

Werkzaamheden als rentmeester:

  • Benoemen van Predikanten, Kosters, schoolmeesters en Klerken. 
  • Innen van geestelijke tienden en pachtpenningen van landerijen, wegen, bruggen en molens.
  • Onderhouden van de goeden kerken, pastorie, woonhuizen van kosters.

Bron:

Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) vinden we in de Kwartiersvergadering Kempenland, 1695 – 1806 de Rentmeesters van Kempenland