Predikanten, Kerkmeesters, Kosters en Schoolmeesters
In zijn functie als rentmeester is Abraham Tempelaers verantwoordelijk voor het benoemen van predikanten, kerkmeesters, kosters en schoolmeesters.
Bezetting van predikanten tijdens de Reformatie
Reeds op 25 mei 1648 machtigden de Staten-Generaal de Bossche classis veertien predikanten aan te wijzen die deze Reformatie ter hand zouden gaan nemen. De Staten-Generaal had, op 16 juni 1648, alle priesters gelast het grondgebied van Staats-Brabant te verlaten, Katholieken verzetten zich tegen de komst van deze predikanten en de overdracht van hun kerken, zo is het gebleven in de verdere loop van de zeventiende eeuw.
In de Grote Vergadering van de classis bleek dat 14 predikanten veel te gering was om het beoogde doel te bereiken en daarom pleitte de classis er met succes voor nog eens 32 predikanten aan te trekken. Met 46 predikanten en slechts ongeveer 900 lidmaten der hervormde kerk op een bevolking van ongeveer 56.000 zielen moesten de predikanten de reformatie gaan aansturen. Predikanten liepen te klagen ondanks hun hoge traktement van 800 gulden per jaar, 200 gulden meer dan het gebruikelijke. Predikanten vroegen om een reparatie van de pastorie of hadden geen woning. Weduwe van een predikant verklaart reparaties te laten doen voor 25 gulden, 12 stuivers.
Kerkmeesters
Tot kerkmeesters zijn benoemd Gerrit ENGELBRECHTS en Johan VAN NOOR, voor een uitvaart van een dode moest 14 stuivers betaald worden aan de kerk.
Kosters en schoolmeesters
Ook de kosters en schoolmeesters wilden een geschikte woning om er school in te kunnen houden, ook al kregen ze extra traktement t.b.v. het leren der kinderen van 36 gulden. Sociale elementen kunnen we ook in de stukken lezen zoals dat het opgerichten kas van een voor ondersteuning van weduwen van gestorven schoolmeesters.
Uit een latere visitatie blijkt dat ambten werden vervuld door veel katholieken.
Bronnen:
JARRS Resoluties Raad van State over 1648-1672 inventarisnummers 195 dienstjaar 1653 toegangsnummer 178 folio 632N VAN NOORT schoolmr. te Lommel in de meierij onder Kempenland gelegen heeft betaling verzocht op rentmeester TEMPELAERS. Bovendien vraagt hij het pastoriehuis te mogen hebben zo lang er geen predikant is te Lommel. Voorts hoopt hij dat de dorpen hem eveneens van een tractement voorzien zoals de paapse schoolmeester dat kreeg nl. 40 gulden per jaar. Wat zijn huisversint betreft kan hij zich vervoegen bij de gedeputeerden van de Raad, die nu in ‘sBosch zijn.
Rekest van Claes Jacobs CASIUS schoolmeester en koster te EERSEL die problemen heeft met rentmester TEMPELAIR die moeilijk doet over zijn tractement “op pretext dat hij van t’classis van Kempelandt ende Peellandt geaccuseert soude sijn van insolentien soo tegen het H. Ministerium als tegen de den predicant ende de regeringe aldaer gepleecht waer van hij suppliant hem excuseert’. Hij verzoekt dat men de rentmeester gelast hem zijn tractement uit te betalen.
Rekest van Henrick Goyaert LENAERTS waard in de WITTEN VALCK te ‘sBosch verklaart actie en transport te hebben van Henrick BUYTENDIJCK gewezen schoolmeester te RIETHOVEN in Kempenland van 100 gulden over een half jaar tractement hem verschenen op 16 april 1649 en dat rentmeester TEMPELAER moeilijk doet over de betaling.
Rekest van de regenten van EERSEL en omliggende dorpen omdat rentmeester TEMPELAERS naar hen een deurwaarder heeft gestuurd inzake de schoolmeesters en kosters in die plaatsen, op basis van een appointement van de Raad van 31 mei 1650.
20-05-1651 RRS Resoluties Raad van State over 1648-1672 inventarisnummers 190-216 toegangsnummer 178 folio 213 verso Jan Dircx TOL is koster en schoolmeester te AALST die er zich over beklaagt dat de regenten hem geen geschikte woning aanbieden en ook de corporele diensten niet uitbetalen zoals dat vanouds gebruikelijk was. Men stuurt het rekest naar rentmeester TEMPELAIR die men verzoekt orde op zaken te stellen in deze.
24-05-1651 RRS Resoluties Raad van State over 1648-1672 inventarisnummers 190-216 toegangsnummer 178 folio 222 verso Jan DIRCX benoemd tot schoolmeester en koster te AALST die 60 gulden vergoeding vraagt voor het leren aan de arme kinderen aldaar.